Snelheidsbeperkingen alleen volstaan niet om fijnstof te verminderen

Op vrijdag 25 maart werden gewestelijke smogactieplannen geactiveerd vanwege de te verwachten hoge concentraties fijnstof in de lucht. In het hele land worden tijdelijk snelheidsbeperkingen ingevoerd waaronder een maximum van 90 km/u op grote delen van de autosnelwegen.

Een snelheidsbeperking kan nuttig zijn, in het bijzonder in tijden van hoge brandstofprijzen, om het energieverbruik te verminderen.  Echter, omdat de thermische personenwagens slechts voor 4% (aan uitlaatpijp) verantwoordelijk zijn voor totale fijnstof in ons land kan men zich de vraag stellen over de efficiëntie van een dergelijke maatregel om fijnstof te verminderen.

Welke maatregelen worden genomen om de belangrijkere bronnen van fijnstof aan te pakken?

De officiële statistieken van IRCEL[1] tonen aan dat fijnstof jaar na jaar in de transportsector verbetert. Hiervoor zijn drie redenen:

1.   Multimodaliteit
De geleidelijke overgang naar multimodale mobiliteit, kortom, de shift naar andere transportmodi.

2.  Lage Emissie Zones (LEZ)
Een Lage Emissie Zones (LEZ) leidt tot een progressieve uitfasering van de oudere meer vervuilende wagens. Een LEZ kan dus een efficiënt middel zijn maar mag niet gebaseerd zijn op ideologische grond zoals in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest dat in 2030 alle, dus ook de moderne dieselwagens, wil verbieden wat indruist tegen de wetenschappelijke realiteit. Een LEZ zou moeten worden bepaald op basis van officiële milieunormen van wagens en niet a priori specifieke technologieën uitsluiten. Een wagen zou moeten toegelaten worden indien hij de uitstootnormen respecteert ongeacht het type aandrijving.

3. Fijnstof thermische motor onder controle
De officiële data tonen vandaag aan dat de emissies van fijnstof aan de uitlaatpijp van de nieuwe generatie dieselwagens (Eurto6d) zo laag is dat ze bijna niet meer detecteerbaar zijn. Performante roetfilters en katalysatoren vangen voor 99% fijnstof op. Vandaag zijn de emissies van fijnstof door het remmen en bandenslijtage, wat het geval is voor zowel thermische als elektrische auto’s, groter dan de uitstoot aan de uitlaatpijp.

Fijnstof wordt echter nog steeds vooral gelinkt aan een voertuig. Een snelheidsbeperking zal deels bijdragen maar met een beperkt effect op de totale emissies in ons land. Het is net in de automobielsector dat de grootste verbeteringen werden gerealiseerd met een positieve impact op de luchtkwaliteit. Een moderne dieselwagen respecteert de officiële atmosferische emissiegrenzen. Bovendien kunnen de thermische wagens ook met koolstofarme brandstoffen[2] rijden wat dan op zich beter is voor het klimaat.

Luchtkwaliteit is voor iedereen belangrijk. Ze wordt alsmaar beter en zal nog beter worden door technologische vooruitgang. 

Wim De Wulf
Secretaris-generaal ENERGIA

 

[1] Intergewestelijke Cel voor het Leefmilieu (IRCEL)
[2] Bijvoorbeeld met geavanceerde biobrandstof HVO (Hydrotreated Vegetable Oil)